Over onweer en (on)rust

Gepubliceerd op 17 oktober 2022 om 16:24

14 september 2022. We worden vroeg in de ochtend wakker van het onweer wat er buiten begint te woeden. Het is nog nacht, de hemel licht continu op met flitsen en het dondert ook al aardig op afstand. Manolo gaat een plas doen en slaapdronken vraag ik hem waar Nino is als hij uit de badkamer komt. Hij gaat kijken in de kamer naast de onze, het kantoortje, maar nu de kamer van Nino. Daar staat zijn IKEA-stoeltje met fluffy donut waar hij uren kan liggen slapen, daar staat de krabpaal. Geen Nino. Logisch, het onweert en daar heeft hij een hekel aan.

"De laatste keer lag hij onder het bed in de logeerkamer", roep ik.

Manolo gaat braaf naar de logeerkamer, ik hoor hoe hij op zijn knieën gaat, maar geen Nino. Verdorie, die is waarschijnlijk met Rei de hort op gegaan voordat het onweer begon en is nu buitenshuis. Ik denk niet dat hij buiten is, want Rei heeft ook een hekel aan water en onweer, dus die zal naar binnen zijn gegaan en Nino zal hem wel gevolgd zijn. Die is bij buurvrouw Laura binnen, troost ik mezelf. Voor de zekerheid steken we toch allebei ons hoofd uit het raam, het is inmiddels gaan regenen.

Nino!” roept Manolo.

Nino!” roep ik ook.

Misschien reageert hij anders op mijn stem, je weet nooit. Maar er komt geen Nino over het afdakje aanrennen. Als het droog is, reageert hij wel op mijn stem, maar wie weet waar hij nu verstopt zit. We gaan ons bed weer in. Manolo staat toch opnieuw op en pakt zijn zaklantaarn, een hele felle die hij nog heeft van zijn politiecarrière.

Ik ga beneden in de tuin kijken, misschien zit hij daar wel onder het ligbedje en durft er niet onderuit te komen”, zegt hij.

De stoere vent die het de eerste dagen maar een beetje vreemde kat vond, nu zit het hem niet lekker dat Nino er niet is. Maar beneden in de tuin is Nino ook niet.

 

Het regent dat het giet, de lucht is aan een stuk door verlicht en de donderslagen zijn boven ons. We kunnen het idee dat hij nu naar huis durft te komen echt wel op onze buik schrijven. Weer zeggen we tegen elkaar dat hij vast bij de buurvrouw binnen is, want we willen niet denken dat hij met dit weer ergens buiten is. Dat zijn de nadelen van een buitenkat versus een hond, van een hond weet je gewoon waar hij is. We doen nog een laatste rondje door het huis, boven en beneden, je weet toch maar nooit. Maar nee, geen Nino. Dan maar weer naar bed, als de bui overgaat, zal hij wel naar huis komen. Geen van beiden kunnen we slapen, het zit ons allebei dwars dat we niet weten waar hij is en of hij ergens verscholen zit of nat wordt. Dan opeens krijg ik een beeld binnen van Nino zittend achter de deur van de badkamer die mijn dochters vroeger deelden.

Heb je achter de deur van de badkamer van de meisjes gekeken?” vraag ik aan Manolo.

Hij zegt van niet.

"Ik ook niet", zeg ik en ik ga mijn bed weer uit.

Daar zit Nino, gewoon droog, verstopt achter de deur, naast de wasmand die er staat. Daar heeft hij waarschijnlijk al die tijd gezeten, terwijl wij als gekken naar hem op zoek waren en ons zorgen maakten over waar hij was en of hij nat werd en bang was. Na even met hem gepraat en geknuffeld te hebben, kunnen we weer slapen. Een uurtje later horen we Nino door de gang lopen, op weg naar zijn etens- en drinkbakje. De rust is voor iedereen weergekeerd.

Reactie plaatsen

Reacties

Frederika
2 jaar geleden

De onrust die je dan voelt hè. Ik zie Manolo dan ook weer in de tuin zoeken naar Nino, Nino zit al diep in jullie......